In de praktijk zie ik het vaak gebeuren: mensen willen koste wat kost 5 keer per week trainen. Supergemotiveerd beginnen ze aan de week, maar halverwege slaan ze trainingen over, schuiven ze door of slepen ze zich naar de gym terwijl het lijf eigenlijk rust nodig heeft. Gevolg? Frustratie, vermoeidheid of zelfs blessures. En nog belangrijker: minder resultaat dan je zou verwachten.

Meer is niet altijd beter

Onderzoek van James et al. (2018) laat zien dat sporters die 3 keer per week trainen, met een duidelijke opbouw en voldoende rustmomenten, meer vooruitgang boeken in kracht en uithoudingsvermogen dan groepen die 5 tot 6 keer per week trainen zonder vaste structuur. Vooral bij recreatieve sporters is de factor herstel van doorslaggevend belang voor progressie. Meer trainen = niet automatisch meer resultaat.

Consistentie wint het van intensiteit

Wat echt verschil maakt, is consistentie. Train je iedere week 2 à 3 keer, dan geef je je lichaam de kans om te adapteren en sterker te worden. Ook mentaal helpt het: je ervaart vaker succes, bouwt vertrouwen op en creëert een gewoonte.

Een andere studie (Beedie et al., 2020) toont aan dat recreatieve sporters met slechts 2 tot 3 sessies van 45 minuten per week al meetbare vooruitgang boeken in vetvrije massa, uithoudingsvermogen en motivatie. En dat zonder hun hele week te moeten inrichten rond training.

Wil je méér doen? Begin dan buiten de gym

Voor wie toch graag ‘meer’ wil doen, ligt de échte winst vaak niet in extra sportmomenten, maar in slim omgaan met voeding, slaap en beweging door de dag heen. Denk aan:
– een paar keer per week wandelen
– voldoende eiwitten en energie binnenkrijgen
– schermtijd vervangen door slaap
– en regelmatig mobiliteit of ademhalingsoefeningen

Zo verbeter je je belastbaarheid en herstelcapaciteit — en daarmee óók je trainingsresultaat.

Wil je hulp bij het vinden van de juiste balans tussen trainen, rust en leefstijl? Kom langs of stuur me een berichtje. Je hoeft niet meer te doen. Je moet het alleen slimmer doen.